Autorisatieniveau 5.1
0.5 Treasury
In 2018 is € 45.000 meer aan rente-inkomsten ontvangen, dit betreft rente van verstrekte leningen, waarborgsommen en de vergoeding voor te late aflossing van een verstrekte lening.
De rentelasten laten een nadeel zien € 10.000 vanwege een rentecorrectie over 2017 en in 2018 betaalde courtage voor het afsluiten van een nieuwe lening. De werkelijk betaalde rentepercentage bedraagt 2,37 %.
De begrote rente over leningen en het eigen vermogen worden toegerekend aan taakvelden met de zgn. omslagrente van € 2,75 %. De omslagrente wordt berekend als opslag op de afschrijvingen. Op dit taakveld wordt de toerekening als negatieve last verantwoord. Het resultaat over 2018 is € 280.000 hoger dan begroot en geeft daar een voordelig treasury resultaat.
0.7 Algemene uitkering
Het Rijk verwerkt de laatste, vaak technische, mutaties over het lopende jaar in de decembercirculaire. Deze positieve mutaties zijn niet opgenomen in de Begroting 2018, dit zijn:
Algemene ontwikkeling € 115.000
Specifiek geoormerkt budget € 88.000 (zie ook bestedingsvoorstellen)
Transformatiefonds jeugd € 301.000 t.b.v. IJmond
De kosten voor het onderzoek naar en verwijderen van niet gesprongen explosieven worden voor 70% vergoed door het Rijk. Ook in 2018 zijn hiervoor kosten gemaakt, zie Autorisatieniveau 4.3, de verwachte afrekening met het Rijk is in deze jaarrekening opgenomen voor € 208.000.
Tenslotte zijn ook de (verwachte) afrekeningen over het jaar 2018 en voorgaande jaren verwerkt, dit leidt per saldo tot een nadeel van € 95.000.
Ook is bekend geworden dat de verwachte onderbesteding van het Rijk over 2018 zal leiden tot een korting op de Algemene uitkering over 2018. Voor Velsen is dit nadeel berekend op € 340.000. In tegenstelling tot voorgaande jaren kan deze verwachte mutatie niet worden verwerkt in de jaarstukken door een wijziging in de BBV-regelgeving. Om dit nadeel toch te betrekken bij het jaarrekeningresultaat wordt bij de resultaatsbestemming gevraagd om hiervoor een reserve in te stellen. Dit sluit aan bij de door de commissie BBV geadviseerde werkwijze.
Belastingen (taakvelden 0.61; 0.62; 0.63 en 0;64)
Voor 2018 is sprake van een lagere belasting opbrengst ten opzichte van de geraamde opbrengst van € 18,9 mln. De grootste afwijkingen zijn: lagere opbrengst ozb (per saldo) € 75.000 en een lagere opbrengst voor dwangbevelen € 40.000. Hier tegenover staat een hogere opbrengst precariobelasting van € 78.000.
Naast een aantal kleinere afwijkingen wordt de onderschrijding van de kosten voor het uitvoeren van belastingen met name veroorzaakt door de lagere uitgaven voor herwaarderingen en de lagere uitgaven voor de afhandeling van bezwaarschriften (€ 120.000).
0.8 Overige baten en lasten
Het budget voor onvoorziene uitgaven is niet aangesproken in 2018, dit geeft een voordeel van
€ 200.000. Op dit taakveld is ten onrechte een correctie van de toegerekende rente aan de grondexploitaties over 2017 blijven staan. Dit geeft een structureel voordeel van € 374.000.
Daarnaast is de voorziening dubieuze debiteuren met € 790.000 aangevuld, op basis van een beoordeling van de debiteuren.
Tenslotte laten de kapitaallasten een onderbesteding zien van € 950.000 en zijn de kapitaallasten van de zeekade (alleen in 2018) dubbel begroot. Dit geeft een voordeel van € 420.000. Het resterende saldo wordt verklaard door een aantal kleinere posten die optellen tot € 40.000.