Jaarstukken 2018

Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2018

Autorisatieniveau 2.2

Autorisatieniveau 2.2

6.3 Inkomensregelingen
Bijstandsgerechtigden
We hebben € 130.000  meer ontvangen van het Rijk op ons BUIG-budget dan was begroot. Deze verhoging was geïnitieerd naar aanleiding van een landelijk onderzoek waaruit bleek dat in veel gemeenten de BUIG-budgetten (fors) ontoereikend waren.

Vanaf juli is een lichte daling in ons uitkeringenbestand zichtbaar, waardoor het bedrag aan uitkeringen is gedaald. Dit heeft geleid tot € 169.000 lagere kosten. Dit is in lijn met de trend die we landelijk en ook IJmondiaal terug zien. Landelijk varieert de daling tussen 1 en 15%. Velsen zit met 1,6%  aan de ondergrens.

De gemeente verstrekt uitkeringen en bedrijfskredieten aan zelfstandigen. Het Rijk vergoedt het verschil tussen de verstrekkingen en de terugbetaalde kredieten aan de gemeente achteraf. De afrekening over 2017 bedraagt € 53.000 en is in 2018 ontvangen.

Minimabeleid
In 2018 werd, evenals in 2016 en 2017, voor € 128.000 meer aan terugvorderingen ontvangen van verstrekte leningen voor woninginrichting.

De lagere uitgaven voor het minimabeleid (€ 66.000) worden voornamelijk veroorzaakt doordat de bijdrage in de collectieve zorgverzekering voor minima achter is gebleven bij de verwachting.

Voor meerkosten voor mensen met een chronische ziekte of beperking is € 116.000 meer uitgegeven dan begroot. Deze regeling is een aantal jaren geleden door het Rijk samen met een behoorlijke bezuinigingsopdracht overgedragen aan de gemeenten.

In de Begroting 2018 zijn de verdeelsleutels voor het doorbelasten van de afdelingskosten van het Sociaal domein niet juist toegepast. Daardoor is voor de inkomensregelingen een voordeel zichtbaar van
€ 568.000.

Participatie (taakvelden 6.4 en 6.5)
Velsen heeft voor € 46.000 aan vergoedingen ontvangen van andere gemeentes voor statushouders die in de gemeente Velsen zijn gehuisvest.

Wmo voorzieningen en begeleiding (taakvelden 6.6 en 6.71)
Schuldhulpverlening
In de tweede helft van 2018 is het aantal aanvragen laag geweest. Dat betekent dat er ook minder intakeprocedures en begeleidingsgesprekken hebben plaatsgevonden en minder uren voor diensten aan de gemeente zijn gefactureerd. De uitgaven voor Schuldhulpverlening zijn daardoor € 47.000 lager dan begroot.

Wmo voorzieningen en begeleiding
Voornamelijk door lagere inkomsten uit eigen bijdragen (via het CAK) vallen de inkomsten € 62.000 lager uit dan begroot. Deze verlaging komt onder andere door de landelijke beleidswijziging waarmee de eigen bijdrage voor chronisch zieken en AOW-ers is verlaagd.

Wmo maatwerkvoorzieningen laat  een tekort zien. In algemene zin zien we een stijging van het aantal unieke cliënten. Dit komt overeen met de landelijke ontwikkeling van het langer zelfstandig wonen. Dit tekort wordt hieronder toegelicht.

Specifiek voor het onderdeel begeleiding zien we een overschrijding van € 313.000. Dit komt onder andere door een toename in het aantal voorzieningen van ongeveer 10 %. Vanaf 1 januari 2018 zijn nieuwe contracten afgesloten voor begeleiding. Per product zijn intensiteitstreden met een bijbehorend tarief opgenomen. Daarnaast zien we dat door de huidige tariefsindeling we hogere tarieven betalen dan vorig jaar. Ook geldt er vanaf 1 januari 2018 een belangrijke inhoudelijke wijziging voor het beschikbaar stellen van jeugdhulpproducten vanuit de Wmo voor jongeren van 18-23 jaar. De tarieven op deze producten zijn hoger dan de tarieven op de reguliere Wmo producten.

Vanaf oktober 2017 is een nieuw contract voor Wmo hulpmiddelen afgesloten waardoor de tarieven zijn gestegen. Ook zien we een groei van het aantal vervoersvoorzieningen van circa 5,5 % ten opzichte van december 2017. Het budget voor hulpmiddelen is daardoor met € 57.000 overschreden. Het budget voor hulp bij het huishouden laat daarentegen een onderbesteding zien van € 93.000. Een verklaring hiervoor is dat de afname van het aantal uren voor hulp bij het huishouden kan wisselen.

Daarnaast zijn in de Begroting 2018 de verdeelsleutels voor het doorbelasten van de afdelingskosten van het Sociaal domein niet juist zijn toegepast. Daardoor is bij Wmo voorzieningen en begeleiding een voordeel zichtbaar van € 487.000.

6.81 Geëscaleerde zorg 18+
Gemeenten hebben met elkaar afgesproken dat een tekort op het regionale budget  maatschappelijke opvang (centrum gemeente Haarlem) door de regiogemeenten op basis van inwoneraantal wordt opgevangen. In 2018 was dat niet nodig, omdat het tekort op de maatschappelijke opvang kon worden opgevangen met een overschot op het regionale budget beschermd wonen. Daardoor laat dit budget een onderbesteding zien van € 28.000.

Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg Jeugd (6.72, 6.81 en 6.82)
De definitieve afrekeningen van de verschillende zorginstellingen over 2018 zijn in april/mei, op en paar na, ontvaangen. De lasten voor de geleverde zorg laten een voorlopig resultaat zien van € 0,9 mln. Daarbij is rekening gehouden met en te ontvangen bedrag voor de verevening met de IJmond gemeenten. Het per saldo ontstane voordeel wordt voor € 0,3 mln ingezet ter dekking van de extra taken van het CJG, deze staan verantwoord op autorisatieniveau 2.2.

Over voorgaande jaren heeft de gemeente voor bijna € 500.000 aan facturen ontvangen. Dit zijn facturen van zowel omliggende gemeenten (afrekeningen op grond van het woonplaatsbeginsel) als late afwikkelingen van zorginstellingen.

In de Begroting 2018 zijn de verdeelsleutels voor het doorbelasten van de afdelingskosten van het Sociaal domein niet juist toegepast. Daardoor is bij Jeugdhulp een nadeel zichtbaar van € 210.000.

ga terug